Home Goede redenen voor ondernemingsrechtelijke constructies in de zorg

KBS

Goede redenen voor ondernemingsrechtelijke constructies in de zorg

Recent heeft de minister van VWS antwoord gegeven op Kamervragen over het bericht dat toezichthouders (IGJ, NZa en NVTZ) een rem willen op de BV-constructie in de zorg.

De minister vindt dat er goede reden kunnen zijn om activiteiten onder te brengen in aparte rechtspersonen en dat een DGA-constructie niet per definitie leidt tot belangenverstrengeling. Wel wordt volgens de minister het toezicht op zorgaanbieders in sommige gevallen belemmerd door ondoorzichtige financiële constructies. De minister ziet daarin aanleiding om het externe toezicht te versterken.

Ondernemingsrechtelijke constructies

Volgens de minister kunnen er voor zorgorganisaties goede redenen zijn om bepaalde ondernemingsrechtelijke constructies te hanteren. Door activiteiten in aparte rechtspersonen onder te brengen worden risico’s binnen een zorgorganisatie gespreid of kunnen samenwerkingsverbanden met andere zorgaanbieders of bijvoorbeeld een woningcorporatie eenvoudiger worden vormgegeven. Ook wordt kruisfinanciering tussen financieringsstromen binnen de verschillende zorgdomeinen voorkomen. De gekozen constructie moet echter transparant zijn en altijd bijdragen aan de maatschappelijke doelstelling van een zorgorganisatie: het verlenen van goede, betaalbare en toegankelijke zorg.

DGA-constructie

Een DGA-constructie is volgens de minister niet per definitie bezwaarlijk. Dat een directeur tevens eigenaar is van een zorgorganisatie hoeft niet te leiden tot belangenverstrengeling, mits er binnen de organisatie sprake is van goed gepositioneerd en kritisch intern toezicht, goed functionerende medezeggenschaporganen en een transparante bedrijfsvoering.

(Versterking) toezicht IGJ en NZa

Op de vraag welke instrumenten de IGJ en NZa hebben of verkrijgen om nu al de ondoorzichtige constructies en de negatieve effecten ervan aan te pakken, stelt de minister voorop dat de Wet toelating zorginstellingen (WTZi) regels bevat rondom de transparante bedrijfsvoering, het verbod op winstoogmerk en onafhankelijk intern toezicht binnen zorgaanbieders. De IGJ kan, als toezichthouder op de WTZi, dus nu al handhavend optreden bij een overtreding van deze regels. Daarnaast kan de IGJ op grond van de Wet kwaliteit klachten en geschillen zorg ingrijpen in de bedrijfsvoering van zorgaanbieders indien deze kan leiden tot risico’s voor de kwaliteit en integriteit van de patiëntenzorg.

Tegelijkertijd kunnen de IGJ en NZa volgens de minister niet of slechts indirect handhaven op een overtreding van de Governancecode zorg 2017 en regels op het gebied van goed bestuur die zijn vastgelegd in het Burgerlijk Wetboek. Om die reden zet de minister in op versterking van het toezicht op de bedrijfsvoering van zorgaanbieders, in samenwerking met de IGJ en NZa. Daarbij zal worden gekeken naar zowel de handhaafbaarheid van bestaande normen als de wenselijkheid van aanvullende wet- en regelgeving. Rond de zomer zal de minister de Tweede Kamer hierover nader informeren. Wordt vervolgd dus.

Nieuwsbrief

Altijd up to date?

Blijf op de hoogte van de laatste ontwikkelingen. Schrijf je in!

Scroll naar boven