Home Grensoverschrijdend gedrag, revisited

Oswald Nunes

Tuchtrecht
/

Grensoverschrijdend gedrag, revisited

Regionaal Tuchtcollege Amsterdam, 15 december 2023
ECLI:NL:TGZRAMS:2023:265

De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) dient een klacht in tegen een vrouwelijke verpleegkundige die een relatie is aangegaan met een ex-patiënte. De relatie werd aangegaan ruim 4 maanden na het ontslag van de patiënte uit de instelling en daarmee binnen de afkoelingsperiode van 2 jaar die door de instelling wordt gehanteerd. De verpleegkundige werkt inmiddels bij een andere instelling en woont samen met de ex-patiënte.

Het Regionaal Tuchtcollege (RTG) acht de klacht gegrond. Er is sprake van een normschending door een te korte afkoelingsperiode en onvoldoende zorgvuldigheid in acht te nemen bij het aangaan van een relatie met een ex-patiënt. Volgens het RTG had de verpleegkundige een afkoelingsperiode van 6 maanden in acht moeten nemen. Bij het bepalen van de zwaarte van de op te leggen maatregel neemt het RTG een aantal verzachtende omstandigheden in aanmerking. De normschending was van geringe duur (anderhalve maand). Verder heeft de verpleegkundige haar toenmalige leidinggevende vrijwel onmiddellijk over het ontstaan van de relatie ingelicht. De leidinggevende nam hierop geen actie. Later werd door de instelling een melding bij de IGJ gedaan en werd de verpleegkundige, nadat zij zelf al haar ontslag had aangekondigd, op non-actief gezet. Op de zitting bij het RTG heeft de verpleegkundige aangegeven dat als zij destijds op de hoogte was van de door de instelling gehanteerde afkoelingstermijn, zij anders zou hebben gehandeld. Uit het dossier blijkt dat de verpleegkundige gedurende 20 jaar uitstekend heeft gefunctioneerd. Verder heeft de verpleegkundige bij haar nieuwe werkgever deelgenomen aan intervisiebijeenkomsten over seksueel grensoverschrijdend gedrag, wordt er veel aandacht besteed aan de beroepscode en is er veel aandacht voor individuele zorgverleners. Haar huidige leidinggevende acht de kans op recidive nihil. Gegeven de context van de zaak schat ook het RTG de kans op recidive laag in. Het RTG vindt al met al een waarschuwing een passende en toereikende maatregel.

Deze uitspraak past in een reeks van beslissingen van de tuchtrechter over het onderwerp grensoverschrijdend gedrag. In mijn recente blog “Grensoverschrijdend gedrag, en dan?” heb ik beschreven dat het voor procespartijen veelal onvoorspelbaar is wat de tuchtrechter – zowel in eerste aanleg bij het RTG als in beroep bij het Centraal Tuchtcollege – in het geval van een gegronde klacht bij grensoverschrijdend gedrag zal beslissen. Hierbij heb ik gepleit voor een door de tuchtrechter te ontwikkelen gezichtspunten-catalogus. Deze uitspraak lijkt daartoe een voorzichtige aanzet te geven. Zo overweegt het RTG dat de duur van de afkoelingsperiode aan de hand van de omstandigheden van het geval moet worden bepaald. Welke termijn redelijk is, hangt volgens het RTG af van verschillende factoren, zoals de duur en intensiteit van de zorgrelatie, de aard van de aandoening en de kwetsbaarheid van de ex-zorgvrager. Het gaat daarbij volgens het RTG ook om de ratio van de afkoelingsperiode: wanneer wordt de ongelijkheid die binnen de zorgrelatie bestond, geacht niet meer te bestaan? Deze gezichtspunten kunnen procespartijen een handvat bieden om hun procespositie bij toekomstige zaken beter in te schatten. Wijsheid accepteert dat alle dingen twee kanten hebben.

Nieuwsbrief

Altijd up to date?

Blijf op de hoogte van de laatste ontwikkelingen. Schrijf je in!

Scroll naar boven