06.12.2016
Huurovereenkomst met overlast veroorzakende huurder wordt ontbonden
Meneer A. huurt sinds 23 mei 2011 een woning van een woningstichting. Vanaf 2014 komen bij de woningstichting klachten van omwonenden (eveneens huurders van de woningstichting) binnen over door meneer A. veroorzaakte overlast. De omwonenden hebben last van (te) harde muziek, gegil, geschreeuw, gestamp, het slaan met deuren en het gooien van spullen. Daarnaast zijn er vermoedens van drugsgebruik in de woning, is er sprake van af- en aanloop van junks en worden er vernielingen aangericht. Meneer A. is voor psychiatrische problemen onder behandeling van GGZ. De woningstichting heeft de sociale wijkmeester regelmatig bij de huurder langs gestuurd en heeft vele sommatiebrieven aan de huurder geschreven. Ook is de politie tientallen malen bij de huurder aan de deur geweest. Toch blijft meneer A. overlast in de buurt veroorzaken.
Verzoek tot ontbinding van de huurovereenkomst
Uiteindelijk verzoekt de woningstichting de kantonrechter om de huurovereenkomst met meneer A. te ontbinden. De woningstichting beroept zich ten eerste op de huurregeling die tussen de woningstichting en meneer A. van toepassing is, waarin is opgenomen dat een huurder geen overlast voor omwonenden mag veroorzaken. Daarnaast beroept de woningstichting zich op art. 7:213 BW, waarin staat dat een huurder zich als een ‘goed huurder’ dient te gedragen.
Het verweer namens de huurder
De bewindvoerder van de huurder voert aan dat de ernst en omvang van de overlast eerst bewezen moet worden, nu de klachten (in dit geval) regelmatig door dezelfde omwonenden worden ingediend. De bewindvoerder stelt daarnaast dat, als er al sprake is van een tekortkoming aan de zijde van de huurder, deze tekortkoming een ontbinding van de huurovereenkomst niet rechtvaardigt. Ook meent de bewindvoerder dat rekening moet worden gehouden met de psychiatrische aandoening van de huurder.
Het oordeel van de kantonrechter
De kantonrechter is van mening dat de woningstichting concreet en gedetailleerd heeft omschreven waar de klacht uit bestaat. De kantonrechter wijst daarbij op het klachtendossier, de ingevulde klachtenformulieren, een sfeerreportage van de politie en de verstuurde sommatiebrieven die de woningstichting heeft overgelegd. De kantonrechter oordeelt dat de belangen van de huurder zwaar wegen, maar dat de belangen van omwonenden om rustig en ongestoord te wonen (in dit geval) zwaarder wegen. Bij deze afweging betrekt de kantonrechter onder andere dat geregeld sprake is van nachtelijke overlast, dat de (ernstige) overlast al enkele jaren duurt en dat het gedrag van de huurder voor veel overlast zorgt bij (onder andere) de kinderen in de buurt. Conclusie: de huurovereenkomst van meneer A. wordt door de kantonrechter ontbonden.
De uitspraak is hier te vinden.