Home Jurisprudentieoverzicht Gezondheidsrecht, december 2020

KBS

Jurisprudentieoverzicht Gezondheidsrecht, december 2020

Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg)

ECLI:NL:CBB:2020:981
Wet marktordening gezondheidszorg. Regeling Voorschriften bij verwijzing naar tweedelijns zorgaanbieders. Appellant is geen belanghebbende als bedoeld in artikel 1:2, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) bij het door hem ingediende verzoek om handhaving. Artikel 4 van de Regeling ziet op de verhouding tussen de verwijzende zorgaanbieder en tweedelijns zorgaanbieder. Die laatste moet kunnen vaststellen dat aan de declaratievoorwaarde dat de patiënt is doorverwezen, is voldaan. Niet gebleken is dat de verzekerde patiënt een belang heeft bij de naleving van dit administratieve voorschrift.

Anders dan verweerster meent is het bezwaar niet gericht tegen een besluit als bedoeld in artikel 1:3 van de Awb en is het bezwaar om die reden niet-ontvankelijk. In zoverre is het bestreden besluit in strijd met artikel 7:12 van de Awb niet deugdelijk gemotiveerd.

Verweerster had niet met toepassing van artikel 7:3, aanhef en onder a, van de Awb mogen afzien van het horen in bezwaar, nu het bestreden besluit op geheel andere gronden berust dan de beslissing op appellants verzoek. Bij die beslissing is appellant (ten onrechte) expliciet als belanghebbende aangemerkt en is het verzoek van appellant afgewezen op de grond dat van een overtreding van de Regeling geen sprake is.

Zorgverzekeringswet (Zvw)

ECLI:NL:RBROT:2020:11445
Zorgverzekeringszaak. Het tussentijds in rekening brengen van zorgkosten binnen een behandelingstraject is toegestaan. De Hoge Raad heeft beslist dat een DBC-regeling zoals hier aan de orde er niet aan in de weg staat dat tussentijds kosten in rekening worden gebracht. Door het starten van een nieuwe DBC op 5 april 2018 heeft de eerste behandeling binnen deze DBC plaatsgevonden in 2018. [gedaagde] is daarom in 2018 opnieuw het eigen risico verschuldigd. De vordering wordt om die reden toegewezen.

ECLI:NL:RBGEL:2020:6278
Zorgverzekeringsrecht. Vergoeding van kosten van aanbrengen van implantaten in de bovenkaak tbv implantaatgedragen overkappingsprothese als alternatief voor chirurgische ingreep (kaakcorrectie). Is lid 2 een aanvulling op/uitbreiding van lid 1 art 2.7 Bzv.

ECLI:NL:RBMNE:2020:3405
Zorgverzekeraar vordert gedeclareerde vergoedingen terug van zorgaanbieder. Onvoldoende gemotiveerd weersproken dat vergoedingen op instemming zorgverzekeraar berustten.

ECLI:NL:RBMNE:2020:5448
Zorgverzekeraar heeft ruim € 64.000 aan zorgkosten rechtstreeks aan zorgverlener betaald, maar vordert na controle ruim € 13.000 terug van de zorgverlener op grond van onverschuldigde betaling.

Afwijzing, want de zorgverlener is de vertegenwoordiger en niet de “ontvanger” van hetgeen eventueel onverschuldigd is betaald zoals bedoeld in art. 6:203 lid 1 BW. De zorgverlener valt er als vertegenwoordiger tussenuit.

ECLI:NL:RBOBR:2020:6289
Psychiater declareert structureel meer zorg bij zorgverzekeraar dan hij daadwerkelijk heeft verleend. Zorgverzekeraar vordert ten onrechte gedane uitkeringen als onverschuldigd betaald terug. Steekwoorden: Onverschuldigde betaling, verjaring, fraude, extrapolatie, onderzoekskosten.

ECLI:NL:RBNNE:2020:4570
Korting op vergoeding niet gecontracteerde hulpmiddelenzorg; informatie- en transparantiebeginsel, artikel 13 lid 5 Zorgverzekeringswet.

Wet langdurige zorg (Wlz)

ECLI:NL:RBAMS:2020:6338
Verzoeker is onder de AWBZ geïndiceerd voor een zorgzwaartepakket VG03. Verweerder heeft op grond van medisch onderzoek deze indicatie herzien en aan verzoeker het lichtere zorgzwaartepakket VG02 toegekend in verband met gewijzigde medische inzichten. Met deze indicatie blijft verzoeker binnen de Wlz, zodat is voldaan aan het overgangsrecht. Verzoeker is het hiermee niet eens. Hij doet een beroep op een eerdere uitspraak van de voorzieningenrechter van 1 juli 2020 in een vergelijkbare zaak, ECLI:NL:RBAMS:2020:3223. De voorzieningenrechter verwijst voor haar oordeel in de zaak van verzoeker naar deze eerdere uitspraak en is van oordeel dat niet kan worden vastgesteld dat verzoeker niet langer aangewezen is op de geïndiceerde zorg. Verweerder is ook in dit geval bij het medisch onderzoek ten onrechte uitgegaan van de toegangscriteria van artikel 3.2.1. van de Wlz. Die gelden niet voor verzekerden die vallen onder het overgangsrecht, zoals verzoeker. Het advies van het Zorginstituut Nederland geeft onvoldoende aanleiding om tot een ander oordeel te komen.

Coronavirus

ECLI:NL:RBDHA:2020:12449
Kort geding. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de Staat het gebruik van de PCR-test in het kader van het testbeleid ter bestrijding van het coronavirus niet hoeft te staken. Ook de overheidscommunicatie over het coronavirus hoeft niet te worden aangepakt. De vorderingen van Stichting Viruswaarheid om de Staat daartoe te veroordelen zijn afgewezen.

Jeugdwet

ECLI:NL:RVS:2020:3093
Bij uitspraak van 10 september 2019 heeft de rechtbank de door BJL tegen de besluiten van 21 november 2018, 14 mei 2018, 15 augustus 2018 en 19 juni 2018 ingestelde beroepen gegrond verklaard, die besluiten vernietigd en de colleges van Weert, Echt-Susteren, Maasgouw en Roermond opgedragen om binnen zes weken na de dag van verzending van deze uitspraak nieuwe besluiten op de bezwaren van BJL te nemen. In deze vier hoger beroepen ligt de vraag voor of de zogenoemde 5%-afspraak van toepassing is bij de vaststelling door de colleges van de aan BJL in het kader van de Jeugdwet te verlenen subsidie voor het jaar 2016. De 5%-afspraak houdt in dat BJL het verleende subsidiebedrag ontvangt als de kosten die zij kan verantwoorden op jaarbasis blijven binnen een marge van 5% onder tot 5% boven het verleende subsidiebedrag en dat afwijkingen buiten deze marge leiden tot verstrekking van meer dan wel minder subsidie.

ECLI:NL:GHARL:2020:10729
Uitvoering van jeugdzorg. Opdracht van gemeenten aan zorgverlener kan in de gegeven omstandigheden niet worden aangemerkt als een overheidsopdracht.

Het hof wijst gevorderde budgetoverschrijding af, omdat de overeenkomst daarvoor geen basis biedt. Het beroep van de gemeenten op het overeengekomen budget is naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet onaanvaardbaar. Ook is er geen sprake van ongerechtvaardigde verrijking of onverschuldigde betaling.

Privacy

ECLI:NL:RBMNE:2020:5410
Verzoek tot inzage toegewezen. Verweerster heeft de belangenafweging onjuist toegepast.

Geneesmiddelen

ECLI:NL:RVS:2020:2944
Laboratoires Théa heeft beroep ingesteld tegen het besluit van het college ter beoordeling van geneesmiddelen (CBG) van 14 januari 2020.

Beëindigen zorgovereenkomst

ECLI:NL:RBAMS:2020:6027
Kort geding. Zorgcontract waarbij Leger des Heils ook woning ter beschikking stelt aan client. Zorg beëindigd wegens te agressief gedrag cliënt. Ontruiming woning toegewezen.

 

naar vorige overzicht

naar volgende overzicht

Nieuwsbrief

Altijd up to date?

Blijf op de hoogte van de laatste ontwikkelingen. Schrijf je in!

Scroll naar boven