Home Jurisprudentieoverzicht (medische) aansprakelijkheid april 2023

Jurisprudentieoverzicht (medische) aansprakelijkheid april 2023

Samengesteld aan de hand van https://uitspraken.rechtspraak.nl:

Verzoek tussentijds hoger beroep afgewezen, beslissing over gebondenheid aan deskundigenrapport geen materiële beslissingen in de zin van artikel 1019cc lid 1 Rv

ECLI:NL:RBOBR:2023:1835
Bodemzaak na deelgeschilprocedure. Afwijzing verlofverzoek ex artikel 1019cc lid 3 Rv. Gedaagde in de bodemprocedure vraagt verlof om tussentijds hoger beroep te mogen in stellen tegen een eerdere deelgeschilbeschikking. Zij kan zich niet verenigen met vijf beslissingen die daarin zijn opgenomen. De bodemrechter wijst het verzoek af. De beslissingen over de bindende kracht van deskundigenrapporten zijn geen materiële beslissingen in de zin van artikel 1019cc lid 1 Rv. De gegeven veroordelingen hebben geen bindende kracht (artikel 1019cc lid 2 Rv) en tegen de daaraan ten grondslag gelegde inhoudelijke beslissingen richt het verlofverzoek zich niet. Bij tussentijds hoger beroep tegen de gegeven begroting van de kosten deelgeschil heeft zij geen belang. Volgt afwijzing van het verzoek om verlof.

Zaaddonor mag niet meer doneren aan nieuwe wensouders

ECLI:NL:RBDHA:2023:6047
Kort geding. De vorderingen van de Stichting en de moeder, die alle tot doel hebben dat er geen semen van gedaagde meer wordt gedoneerd aan nieuwe wensouders, worden (op enkele onderdelen enigszins gewijzigd) toegewezen, op straffe van verbeurte van een dwangsom.

Causaal verband tussen ongeval en hoofdpijnklachten, nekpijnklachten en radiculaire klachten + uurtarief van € 215,= voor administratieve werkzaamheden redelijk

ECLI:NL:RBROT:2023:3218
Deelgeschil. Art. 1019w Rv. Causaal verband tussen ongeval en hoofdpijnklachten, nekpijnklachten en radiculaire klachten. Looptijdbeperking. Kostenbegroting en -veroordeling. Voor administratieve werkzaamheden is uurtarief van € 215,= (exc. BTW) redelijk.

Deelgeschil: afwijzing op grond van art. 1019z Rv, nadere bewijslevering toedracht nodig, wel kostenbegroting

ECLI:NL:RBGEL:2023:2190
Verbintenissenrecht. Deelgeschil. Verkeersongeval. Achteropaanrijding op de snelweg. Art. 19 RVV 1990. Toedracht waaruit verkeersfout moet volgen in geschil. Eigen schuld. Bewijslevering nodig. Afwijzing op grond van art. 1019z Rv. Wel kostenbegroting.

Deelgeschil: partijen gebonden aan rapport gezamenlijke deskundige, ziekenhuis/anesthesioloog niet tekort geschoten

ECLI:NL:RBOVE:2023:1301
Deze zaak betreft het handelen van anesthesioloog A op 9 januari 2017 bij de operatie van de heer B die die dag op de operatietafel is overleden. Partijen hebben samen een deskundige (anesthesioloog dr. E , de deskundige) ingeschakeld om voormeld handelen te beoordelen. De bevindingen van de deskundige geven geen grond voor het oordeel dat MST en/of de anesthesioloog tekort is geschoten in de behandeling van de heer B . De rechtbank is van oordeel dat er geen zwaarwegende argumenten of bezwaren bestaan die aanleiding zijn het rapport ter zijde te schuiven. De vorderingen van verzoekster zijn daarom niet toewijsbaar.

Deskundigenrapport vanwege zwaarwegende en steekhoudende bezwaren buiten beschouwing gelaten voor beoordelen aansprakelijkheid ziekenhuis

ECLI:NL:RBLIM:2023:2299
Deskundigenbericht in gezamenlijke opdracht van partijen. Door een partij aangevoerde zwaarwegende en steekhoudende bezwaren tegen het deskundigenbericht kunnen ertoe leiden dat de rechtbank (de conclusie van) het expertiserapport bij de beoordeling buiten beschouwing zal laten. De rechtbank acht het deskundigenrapport onvoldoende consistent en deugdelijk gemotiveerd en zal het niet meenemen bij de beoordeling van de gestelde aansprakelijkheid. Partijen mogen zich uitlaten over de naam van een door de rechtbank te benoemen deskundige.

Geen schending zorgplicht bij arbeidsongeval steigerbouwer


ECLI:NL:GHDHA:2023:467
Arbeidsongeval, bewijslevering toedracht, geen schending zorgplicht.

Conclusie AG Hartlief: exacte toedracht ongeval hoeft niet vast te staan en ‘incidenteel risico’ sluit aansprakelijkheid werkgever voor de verwezenlijking van een bepaald ‘alledaags gevaar’ niet uit

ECLI:NL:PHR:2023:348
Formele en materiële werkgever aangesproken op grond van art. 7:658 BW na val werknemer bij spuitwerkzaamheden in spuitcabine. Kantonrechter: aan zorgplicht voldaan. Hof anders: schending zorgplicht. Cassatieklachten: hof heeft ten onrechte de toedracht van het ongeval in het midden gelaten en ten onrechte geoordeeld dat geen sprake is van een huis- , tuin- en keuken-ongeval. AG Hartlief: cassatiemiddelen falen. Exacte toedracht ongeval hoeft niet vast komen te staan. De werknemer hoeft slechts te stellen, en bij gemotiveerde betwisting te bewijzen, dat hij tijdens de uitoefening van werkzaamheden schade heeft geleden. Indien de exacte toedracht van het ongeval niet komt vast te staan, draagt de werkgever hiervan het bewijsrisico. Ook acht de AG het oordeel van het hof dat geen sprake is van een huis- , tuin- en keuken-ongeval voldoende begrijpelijk. De stelling van de werkgever dat sprake is van een ‘incidenteel risico’ dat zich heeft verwezenlijkt en dat mitsdien sprake is van een huis- , tuin- en keuken-ongeval, vindt naar het oordeel van de AG geen steun in het recht. Dat een bepaald risico ‘incidenteel’ is en niet structureel, kan leiden tot een ontkennend antwoord op de vraag of de werkgever aansprakelijk is voor de verwezenlijking van een bepaald ‘alledaags gevaar’, maar is niet doorslaggevend, aldus de AG.

Geen verplichte zorg, aanvulling op medische verklaring voldoet niet aan eisen van de Hoge Raad

ECLI:NL:RBGEL:2023:2054
Wvggz. Geen verplichte zorg. De aanvulling op de medische verklaring over de wils(on)bekwaamheid van betrokkene voldoet niet aan de aan die verklaring te stellen eisen zoals bepaald door de Hoge Raad. De onafhankelijk psychiater had de aanvulling op de medische verklaring niet mogen afgegeven zonder betrokkene daarvoor opnieuw te onderzoeken.

Nieuwsbrief

Altijd up to date?

Blijf op de hoogte van de laatste ontwikkelingen. Schrijf je in!

Scroll naar boven