Misbruik van tuchtrecht (of niet)?
Regionaal Tuchtcollege ‘s-Hertogenbosch, 21 augustus 2024
De klager in deze tuchtzaak stelt zijn huisarts per e-mail de vraag wat hij aan moet met duizeligheidsklachten na een vaccinatie. De huisarts mailt terug dat hij op deze vraag geen pasklaar antwoord heeft en nodigt de klager uit voor een consult op de praktijk. De klager zegt eerst schriftelijk antwoord te willen hebben omdat hij kampt met niet aangeboren hersenletsel (NHA) en informatieverwerkingsproblematiek heeft. Hierna ontspint zich gedurende een periode van twee jaar (!) correspondentie tussen de advocaat van de klager en de huisarts. In de laatste mail van de advocaat staat dat bij uitblijven van een schriftelijke reactie van de huisarts op de vraag van de klager een tuchtklacht zal worden ingediend.
De huisarts reageert niet en de klager stapt naar het Regionaal Tuchtcollege (RTG). De klacht houdt in dat de huisarts niet adequaat heeft gereageerd op de duizeligheidsklachten die per e-mail kenbaar zijn gemaakt.
De huisarts vraagt het RTG om de klager niet ontvankelijk te verklaren omdat de klacht slechts is ingediend om de eisen van de klager kracht bij te zetten. De huisarts is van mening dat het indienen van een tuchtklacht met deze reden disproportioneel is en moet worden aangemerkt als misbruik van het tuchtrechtelijk klachtrecht.
Het RTG overweegt dat er sprake is van misbruik van het tuchtrechtelijk klachtrecht als er omstandigheden zijn die het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar maken dat een klager vraagt om een oordeel over zijn klacht. Ook als wordt aangenomen dat de klacht is ingediend met de intentie om de eisen van de klager kracht bij te zetten maakt dat niet dat de klacht objectief gezien niet als klacht kan worden beoordeeld. De huisarts heeft ook geen andere feiten of omstandigheden aangedragen waaruit zou blijken dat er sprake is van misbruik van tuchtrecht. Het had op de weg van de huisarts gelegen om dit misbruik te onderbouwen. Het RTG is ook zelf niet gebleken van omstandigheden of feiten die tot de conclusie kunnen leiden dat de klager zijn recht om te klagen, misbruikt.
Het RTG komt hierna toe aan een inhoudelijke beoordeling. Alhoewel de wet de mogelijkheid geeft om een patiënt ook desgevraagd schriftelijk in te lichten (art. 7:448 BW), laat dat onverlet dat inlichtingen alleen kunnen worden gegeven als er een – mogelijke – diagnose is. Voor het kunnen stellen van een diagnose is in de meeste gevallen een voorafgaand fysiek onderzoek nodig. Het is dan ook niet mogelijk om zonder de klager te zien een diagnose te stellen waarvoor een behandeling had kunnen worden gestart. Als de huisarts niet kan onderzoeken waardoor de klachten mogelijk worden veroorzaakt, kan er simpelweg geen schriftelijke toelichting worden gegeven. Dat de huisarts dus geen schriftelijk antwoord heeft gegeven op de vraag naar de oorzaak van de duizeligheidsklachten kan hem daarom ook niet worden verweten. De klacht is kennelijk ongegrond. Uit deze uitspraak volgt, dat de tuchtrechter niet snel geneigd is om misbruik van tuchtrecht aan te nemen. Alhoewel in deze zaak de advocaat van de klager duidelijk aangeeft dat een klacht zal worden ingediend als de huisarts niet schriftelijk reageert op de schriftelijke vraag van de klager, wordt dat niet gezien als misbruik van tuchtrecht. De vraag is of de tuchtrechter de lat hier niet te hoog legt. In mijn blog Misbruik van recht in het tuchtrecht? De hulpverlener beschermd heeft de tuchtrechter eerder overwogen dat in het tuchtrecht sprake kan zijn van misbruik van recht en dat ook het tuchtrecht bescherming behoort te bieden tegen gerechtelijke procedures die uitsluitend of overwegend het oogmerk hebben een ander te schaden. In die zaak werd overwogen dat tuchtklachten grote impact kunnen hebben op een beklaagde, zowel emotioneel als financieel, dat laatste vanwege de kosten voor een advocaat, de gemoeide tijd, het zoeken van een vervanger etcetera. De vraag die zich hier aandient is of het door de klager gestelde belang opweegt tegen het belang van de huisarts om in rechte te worden beschermd tegen niet acceptabele drukmiddelen. Wat logisch lijkt, hoeft niet altijd juist te zijn.