Schade door schokkende gebeurtenis
Een vrouw rijdt op haar fiets met haar dochtertje achterop. Zij worden aangereden door een vrachtwagen met aanhanger. De gevolgen zijn vreselijk. De vrouw raakt zwaargewond en is blijvend invalide. Het dochtertje overlijdt ter plaatse.
Kort nadat de beide slachtoffers naar het ziekenhuis zijn vervoerd, verschijnt de echtgenoot/vader bij de plaats van het ongeval. Hij ziet de bebloede lakens liggen die zijn gebruikt om zijn kind te bedekken, waarbij het lijkt of zijn dochtertje nog onder die lakens ligt. Ook is nog lichaamsweefsel zichtbaar. Een agent vertelt de man dat zijn dochtertje is omgekomen en dat zijn vrouw zwaargewond is. De man wordt hevig geëmotioneerd naar het ziekenhuis gebracht. Later ontwikkelt hij psychische klachten en 2 jaar na het ongeval belandt hij in de WIA.
De man stelt dat zijn psychische klachten (en bijbehorende schade) het gevolg zijn van (de confrontatie met de gevolgen van) het ongeval. Hij spreekt de verzekeraar van de vrachtwagen aan en baseert zich hierbij op het leerstuk shockschade. Meer bijzonder is dat het UWV vordert dat de verzekeraar ook zal worden veroordeeld om de kosten te betalen van de WIA-uitkering.
De rechtbank komt tot de conclusie dat de chauffeur van de vrachtwagen een verkeersfout heeft gemaakt en dus een onrechtmatige daad heeft gepleegd, niet alleen jegens de vrouw en het dochtertje, maar ook jegens de man. Vervolgens concludeert de rechtbank dat de psychische klachten het gevolg zijn van de directe confrontatie met de gevolgen van het ongeval. Zodoende heeft de man recht op schadevergoeding, in ieder geval ter compensatie van de psychische klachten. Dit wordt shockschade genoemd. Er is echter ook andere schade, de man is immers arbeidsongeschikt geworden. Moet die schade dan ook vergoed worden? Ja, zegt de rechtbank. Het hoeft niet alleen te gaan om immateriële schade (shockschade).
Een andere vraag die door de rechtbank moest worden beantwoord was of het UWV recht had om regres te nemen op de verzekeraar van de chauffeur. De verzekeraar vond van niet, omdat dit niet zou volgen uit de jurisprudentie die is ontwikkeld op het gebied van shockschade. Dat standpunt van de verzekeraar was niet geheel onbegrijpelijk, maar de rechtbank verwierp dit toch. Regres is volgens de rechtbank ook in dergelijke gevallen mogelijk.
Het vonnis van de rechtbank vindt u hier.