Home Shockschade na confrontatie met vermoorde dochter

Oswald Nunes

Strafrecht
/

Shockschade na confrontatie met vermoorde dochter

De rechtbank Noord-Nederland heeft voor een bedrag van € 40.000 aan shockschade toegekend aan een vader die geconfronteerd werd met het stoffelijk overschot van zijn vermoorde dochter.

Het gaat in deze zaak om de moord op Marianne Vaatstra in 1999. Haar vader was als één van de eerste aanwezig op de plaats delict. Zijn dochter werd gevonden in een weiland dichtbij het ouderlijk huis, waar hij enkele uren na de moord werd ‘geconfronteerd’ met haar ernstig verminkte en vermoorde lichaam.

De Hoge Raad heeft in eerdere arresten bepaald dat naast het slachtoffer zelf, ook degene die door het waarnemen van een ‘ongeval’ of door de directe confrontatie met de ernstige gevolgen ervan, een hevige emotionele schok ondervindt waaruit geestelijk letsel voortvloeit, aanspraak kan maken op schadevergoeding. Die schade wordt ook wel ‘shockschade’ genoemd. De Hoge Raad heeft daarbij aangegeven dat dit zich met name zal kunnen voordoen wanneer het gaat om een slachtoffer dat bij het ongeval is gedood of verwond en met wie de ‘geschokte’ in een nauwe affectieve relatie staat of stond.

De advocaat van de vader vorderde voor de rechtbank Noord-Nederland een bedrag van € 100.000 aan shockschade van de (veroordeelde) dader. De rechtbank oordeelde dat aan de door de Hoge Raad vastgestelde vereisten was voldaan. Daarbij overwoog de rechtbank onder meer dat de vader direct is geconfronteerd met de afschuwelijke gevolgen van hetgeen zijn dochter was aangedaan, dat dit een hevige emotionele schok bij hem teweeg heeft gebracht, en dat hij (daardoor) aantoonbaar geestelijk letsel heeft opgelopen.

De weren van de dader, waaronder dat de vader ondanks waarschuwen toch bij zijn dochter was gaan kijken en dat het geestelijk letsel ook veroorzaakt kon zijn door ‘enkel’ het overlijden en dus niet door de confrontatie, troffen geen doel. De rechtbank veroordeelde de dader tot het betalen van € 40.000 aan shockschade aan de vader, alsook tot het betalen van de wettelijke rente over dat bedrag vanaf (1 mei) 1999.

Een heldere uitspraak, die in lijn is met de jurisprudentie. Zie hier voor de volledige uitspraak van 11 februari 2015.

Overigens ook interessant zijn een recente uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland van 24 december 2014 en een recente uitspraak van de Rechtbank Rotterdam van 13 augustus 2014 over shockschade. In beide zaken werd de vordering van de ‘geschokte’ afgewezen. In de eerste kwestie oordeelde de rechtbank dat niet was voldaan aan het vereiste van ‘directe confrontatie’, omdat (kort gezegd) de moeder van de politie te horen kreeg dat haar zoontje was vermoord en zij hem niet zelf aantrof. In de tweede kwestie oordeelde de Rechtbank Rotterdam dat geen sprake was van een (voldoende) affectieve relatie met het slachtoffer. Het ging hier ‘slechts’ om een goede kennis van de ‘geschokte’.

Nieuwsbrief

Altijd up to date?

Blijf op de hoogte van de laatste ontwikkelingen. Schrijf je in!

Scroll naar boven