VNG publiceert rekentool voor tarieven in de Wmo 2015
Op grond van artikel 5.4 van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 dienen gemeenten voor Wmo-voorzieningen een reële prijs te betalen. Uitgangspunt is daarbij dat het tarief zich verhoudt tot de specifieke Wmo-voorziening en de eisen die daaraan worden gesteld en dat tenminste rekening wordt gehouden met de kostprijselementen die in het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 zijn genoemd. Dit zijn onder andere de kosten voor personeel en de indexering van de reële prijs.
Concrete uitwerking van de reële prijs is − zo blijkt ook uit diverse rechtszaken − met enige regelmaat toch onderwerp van discussie. In overleg met Actiz, VGN, Zorgthuisnl en GGZ Nederland, heeft VNG een rekentool laten ontwikkelen. Deze rekentool, die is voorzien van een uitgebreide toelichting, is specifiek bedoeld voor de berekening van tarieven voor de Wmo-voorzieningen Hulp bij het Huishouden en individuele begeleiding. De tool berekent een kostprijs per uur voor hulp bij het huishouden en voor individuele begeleiding. Lokale afspraken over declarabele tijd kunnen erin worden verwerkt en de tool houdt rekening met verschillende toepasselijke cao’s. Ieder jaar zal de tool worden geactualiseerd. Gebruikmaking van de tekentool leidt er, aldus VNG toe, dat de tarieven in lijn zijn met de reële prijs.
Kortom, de rekentool is wellicht een bruikbaar en nuttig instrument om in te zetten bij aankomende tariefonderhandelingen met gemeenten.
Bent u zorgaanbieder en heeft u vragen over Wmo-tarieven of anderszins over de inkoopprocedure met de gemeenten, neemt u dan contact op met Mascha Bots of Sophie Snelder.