Home Vordering tot indexering tarieven hulpmiddelen 2024 faalt

Vordering tot indexering tarieven hulpmiddelen 2024 faalt

De rechtbank Den Haag heeft op 20 december jl. in kort geding de vordering van Medipoint tegen enkele zorgverzekeraars van het Zilveren Kruis Achmea concern (hierna Zilveren Kruis) tot het indexeren van tarieven voor hulpmiddelen voor het jaar 2024 afgewezen.

Wat was er aan de hand?

Medipoint is een bedrijf dat hulpmiddelen en diensten levert aan zorginstellingen en eindgebruikers. Ten behoeve van het leveren van verzekerde hulpmiddelenzorg sluit Medipoint sinds 2006 contracten met (de labels van) Achmea.

In 2022 zijn partijen een overeenkomst aangegaan voor Mobiliteitshulpmiddelen voor de periode 1 januari 2023 t/m 31 december 2024. De Overeenkomst gebaseerd op het inkoopbeleid Hulpmiddelen 2023 van Zilveren Kruis dat is vastgesteld op 1 april 2022 (hierna: het inkoopbeleid). Het inkoopbeleid maakt deel uit van de Overeenkomst. Onderdeel van dit beleid is onder meer dat Zilveren Kruis de tarieven vaststelt en dat deze gedurende de tweejarige overeenkomst niet worden geïndexeerd.

Bij de totstandkoming van de overeenkomst heeft Medipoint aangegeven dat het niet indexeren van de tarieven per 1 januari 2024 niet acceptabel is gelet op de toenmalige marktomstandigheden en hoge inflatie, reden waarom zij heeft gepleit voor een 1-jarige overeenkomst. Zilveren Kruis heeft hierop aangegeven vast te willen houden aan een 2-jarge overeenkomst, maar wel een addendum te willen toevoegen om Medipoint “meer comfort te geven voor 2024”. In het tekstvoorstel is o.a. het volgende opgenomen:

De tarieven zoals opgenomen in Bijlage 3 (Stuurtabel) zijn uitsluitend vastgesteld voor 2023.

In 2024 kunnen de tarieven, afhankelijk van de landelijke economische ontwikkelingen waaronder hoge inflaties met grote impact op het werkveld, worden verhoogd. Zilveren Kruis zal dit communiceren met de zorgaanbieder vóór 1 september 2023. Indien de zorgaanbieder niet tot overeenstemming komt met Zilveren Kruis, staat het de zorgaanbieder vrij om de overeenkomst per 1 januari 2024 tussentijds op te zeggen. De zorgaanbieder moet dit vóór 1 oktober 2023 schriftelijk mededelen aan Zilveren Kruis.

Zoals we van elkaar gewend zijn zullen we hierover indien van toepassing het gesprek met elkaar aangaan.

Medipoint heeft dit voorstel aanvaard en heeft medio 2023 aan Zilveren Kruis voorgesteld de tarieven voor 2024 met 10,2% te verhogen. Zilveren Kruis heeft hierop aangegeven geen aanleiding tot verhoging van de tarieven te zien, vanwege de stabiliserende economische situatie. Specifiek wordt daarbij verwezen naar de dalende inflatie in 2023, de prognose van een sterk dalende inflatie in 2024 en de herstellende transport en energiekosten.

Vordering Medipoint

Medipoint meent dat het Zilveren Kruis gelet op de gemaakte afspraken niet vrij stond om zonder enig inhoudelijk overleg met Medipoint te besluiten om de tarieven niet te indexeren. Medipoint wijst er daartoe met name op dat zij Zilveren Kruis voorafgaand aan de totstandkoming van de clausule duidelijk heeft gemaakt dat afzien van indexatie voor haar niet aanvaardbaar was en dat Zilveren Kruis toen heeft verklaard dat zij de clausule heeft voorgesteld in het kader van het aangaan van een tweejaarscontract om Medipoint “meer comfort te geven voor 2024.” Medipoint concludeert in ieder geval dat toepassing van de clausule zou moeten leiden tot indexering van de tarieven voor het jaar 2024.

Zilveren Kruis volhardt dat de clausule geen verplichting voor Zilveren Kruis bevat om tot indexering over te gaan. Zilveren Kruis stelt dat zij met de clausule aan de wensen van Medipoint tegemoet is gekomen in zoverre dat zij in de clausule op zich heeft genomen in overweging te nemen of opnieuw indexering zou (moeten of kunnen) plaatsvinden voor het jaar 2024. Juist omdat zij daartoe niet verplicht zou zijn op basis van de clausule, heeft ze Medipoint in de clausule de bevoegdheid toegekend de tweejarige overeenkomst tegen 1 januari 2024 (dus tussentijds) te beëindigen. Daarmee heeft zij, zo voert Zilveren Kruis aan, Medipoint “meer comfort” gegeven voor 2024.

Het oordeel van de rechter

De voorzieningenrechter stelt voorop dat een taalkundige uitleg van de clausule met zich brengt dat Zilveren Kruis niet gehouden is om tot indexering over te gaan. In de clausule staat immers niet dat de tarieven zullen worden verhoogd, maar dat deze kunnen worden verhoogd. De partij die tot verhoging kan overgaan is Zilveren Kruis. Zij stelt immers de tarieven, op basis waarvan ze bereid is te contracteren met (partijen zoals) Medipoint, vast en in de clausule is ook opgenomen dat Zilveren Kruis ‘dit’ (het al dan niet verhogen van de tarieven) voor een bepaalde datum met de zorgaanbieder zal communiceren. Overeenkomstig het Haviltex-criterium moet echter ook worden gekeken naar de bedoeling van partijen bij de uitleg van de clausule. Daarbij volgt de Voorzieningenrechter de uitleg van Zilveren Kruis. Medipoint heeft naar het oordeel van de voorzieningenrechter onvoldoende duidelijk heeft gemaakt waartoe Zilveren Kruis op basis van de clausule volgens haar dan wél precies gehouden was. Ook een beroep op de afspraken in het IZA kan Medipoint niet baten.

Conclusie

Retrospectief is het natuurlijk makkelijk praten, maar deze uitspraak laat goed zien dat het van groot belang is om afspraken en verwachtingen schriftelijk goed vast te leggen.

Dat Medipoint op basis van de tekst in de clausule “afhankelijk van de landelijke economische ontwikkelingen waaronder hoge inflaties met grote impact op het werkveld” verwachtte dat Zilveren Kruis als relevant economische ontwikkeling ook zou kijken naar de grootste loonstijging in 40 jaar, vind ik overigens niet gek. De genoemde “hoge inflatie met grote impact op het werkveld” is immers slechts als een van de mogelijke landelijke economische ontwikkelingen benoemd. Landelijke economische ontwikkelingen zijn daarbij een ruim begrip en kunnen meer dan hoge inflatie omvatten. De overweging van de voorzieningenrechter dat in de clausule concreet is bepaalt op welke omstandigheden Zilveren Kruis bij het besluit de tarieven (al of niet) te verhogen acht zou slaan, te weten “de landelijke economische ontwikkelingen waaronder een hoge inflatie met grote impact op het werkveld”, is dan ook niet goed navolgbaar. Dat geldt mijns inziens ook voor de overweging dat uit de door Zilveren Kruis gegeven motivering blijkt dat zij bij haar beslissing acht heeft geslagen op de landelijke economische ontwikkelingen, waaronder een hoge inflatie met grote impact op het werkveld. Uit de motivering blijkt immers dat Zilveren Kruis enkel de afvlakkende trends (inflatie, energiekosten) heeft meegenomen en niet de stijgende (loonkosten).

Nieuwsbrief

Altijd up to date?

Blijf op de hoogte van de laatste ontwikkelingen. Schrijf je in!

Scroll naar boven