
Ziekenhuis zegt samenwerking met MSB op
Aan uitspraken van het Scheidsgerecht Gezondheidzorg liggen niet zelden uitgebreide conflicten ten grondslag. Dat is ook het geval in de uitspraak van het Scheidsgerecht van 16 januari 2025. In die uitspraak gaat het om een geschil tussen een ziekenhuis en een MSB. Het MSB betreft een maatschap van vrijgevestigd medisch specialisten. Van de medisch specialisten binnen het desbetreffende ziekenhuis is 34% vrijgevestigd en de rest in loondienst. Binnen het MSB zijn vakgroepen ingesteld.
Binnen één van die vakgroepen bestaan al jaren samenwerkingsproblemen. Zo wordt in de uitspraak gesproken over mediation in 2018. In de loop der jaren nemen de problemen niet af, maar eerder toe. Er volgt onder meer bemoeienis van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd en een onderzoek naar het functioneren van (de leden van) de vakgroep. Het ziekenhuis acht de uitkomst van het één en ander onvoldoende. Het ziekenhuis spreekt het MSB aan (als contractspartner van het ziekenhuis) en zegt uiteindelijk de samenwerking met het MSB op met een opzegtermijn van 6 maanden.
Logischerwijze volgt hierop vanuit het MSB een procedure bij het Scheidsgerecht Gezondheidzorg. Het Scheidsgerecht is van mening dat het ziekenhuis onvoldoende oog heeft gehad voor de gerechtvaardigde belangen van het MSB. Het oordeelt dat het ziekenhuis aan de opzegging geen uitvoering mag geven en met het MSB in onderhandeling moet treden over de voortzetting van de samenwerkingsafspraken.
Deze uitkomst verbaast niet. Opzegging van een samenwerkingsovereenkomst waarmee grote belangen gemoeid zijn en een voorgeschiedenis van 30 jaar kent, kan in redelijkheid niet met een opzegtermijn van 6 maanden eenzijdig worden opgezegd.
De uitspraak van het Scheidsgerecht Gezondheidzorg van 16 januari 2025 is hier te lezen.