30.03.2020
Zorg in onderaanneming: let op het doorleggen van eisen zorgverzekeraar
Eisen die een zorgverzekeraar aan gecontracteerde zorg stelt, gelden niet zonder meer in de relatie tussen zorgaanbieder en onderaannemer (onderlinge dienstverlening). De zorgaanbieder die met de zorgverzekeraar heeft gecontracteerd, doet er verstandig aan die eisen ook expliciet in de overeenkomst met de onderaannemer vast te leggen. Dit is de les die volgt uit de uitspraak in kort geding van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 28 januari 2020.
Contractering
Een thuiszorginstelling verleent zorg aan verzekerden van zorgverzekeraar Menzis. Voor het verlenen van deze zorg schakelt zij regelmatig onderaannemers in. In de overeenkomst met de onderaannemer in kwestie is het volgende bepaald:
‘[Onderaannemer] kan aantonen uit de eisen van de aanbesteding ZvW te voldoen, alsmede de onderaannemer garandeert hierbij dat de zorgverlening aan dezelfde eisen voldoet als die van de [Hoofdaannemer], en aan de gestelde verplichting door De Zorgverzekeraars. (…)’
Verder is in de overeenkomst bepaald dat [de Onderaannemer] zal werken “volgens zorgplan van [de Hoofdaannemer]” en dat [de Onderaannemer] alle afspraken die daaruit voortkomen zal opvolgen.
Zorg voldoet niet aan de eisen?
Na onderzoek concludeert Menzis dat de door de hoofdaannemer gedeclareerde zorg (zorg die aan de onderaannemer is uitbesteed) niet voldoet aan de door haar gestelde eisen. Menzis kondigt dan ook aan uitgekeerde betalingen terug te vorderen van de hoofdaannemer. Ondertussen heeft de hoofdaannemer een aantal declaraties van de onderaannemer onbetaald gelaten. Dit lokt een kort geding van de onderaannemer uit die een voorschot op betaling van deze declaraties vordert. De hoofdaannemer brengt daartegen in dat de onderaannemer onbevoegd dan wel onvoldoende gekwalificeerd personeel heeft ingezet, dat haar dossiers niet op orde zijn en dat de registratie en administratie van de gewerkte uren niet deugen.
Eisen zorgverzekeraar gelden niet voor onderaannemer
Zowel in eerste aanleg bij de rechtbank als in hoger beroep bij het hof slaagt het verweer van de hoofdaannemer niet en wordt het gevorderde voorschot aan de onderaannemer toegewezen. Een hoofdaannemer kan een onderaannemer er niet zonder meer op aanspreken dat de verleende zorg niet aan de eisen van de zorgverzekeraar voldoet.
In de kern komen de overwegingen van het hof op het volgende neer:
- In beginsel staat de onderaannemer buiten de relatie tussen de hoofdaannemer en Menzis en heeft zij niets te maken met de verplichtingen waartoe de hoofdaannemer zich jegens Menzis heeft verbonden. Dit is anders voor zover tussen de hoofdaannemer en de onderaannemer uitdrukkelijk is overeengekomen dat de onderaannemer is gehouden de door Menzis gestelde voorwaarden na te komen;
- In de overeenkomst (zie hiervoor onder ‘contractering’) valt te lezen dat de onderaannemer garandeert dat haar zorgverlening voldoet aan de door Menzis gestelde “verplichting”. Welke verplichting dat is, is niet onmiddellijk duidelijk. Uit de tekst van de overeenkomst blijkt dat niet, en de hoofdaannemer heeft dat ook niet aannemelijk gemaakt;
- zelfs als in de overeenkomst moet worden gelezen dat de verplichtingen die Menzis aan de hoofdaannemer heeft opgelegd ook gelden voor de onderaannemer, heeft te gelden dat het aan de hoofdaannemer is om ervoor te zorgen dat de onderaannemer daarmee ook bekend is. Daar heeft de hoofdaannemer zich verder niet over uitgelaten;
- In de overeenkomst is ook met zoveel woorden bepaald dat de onderaannemer zal werken volgens de door de hoofdaannemer opgestelde zorgplannen. Voor zover de hoofdaannemer heeft willen betogen dat het aan de onderaannemer was om de zorgplannen aan te passen of bij te stellen, volgt dit niet uit de bewoordingen van de overeenkomst. Ook is door de hoofdaannemer te weinig aangevoerd om de overeenkomst zo uit te leggen dat daaronder ook zou moeten worden begrepen dat door de onderaannemer exact overeenkomstig de eisen van Menzis zorg zou hebben moeten verlenen;
- De onderaannemer heeft verder aangevoerd dat het door haar ingezette personeel bevoegd was de in de zorgplannen voorziene zorg te verlenen. De hoofdaannemer heeft dat als zodanig niet betwist, anders dan dat zij stelt dat Menzis meent dat niet de zorg is geleverd die geleverd had moeten worden. Dat kan niet op de onderaannemer worden afgewenteld.
Les
Deze zaak toont maar weer eens het belang aan van een zorgvuldige contractering. Eisen van een zorgverzekeraar waar een hoofdaannemer ook een onderaannemer wil kunnen houden, dienen expliciet (specifiek en kenbaar) in de overeenkomst van onderaanneming te worden vastgelegd. Zo kan worden voorkomen c.q. het risico worden beperkt dat de hoofdaannemer voor verleende zorg wel de onderaannemer moet betalen, maar voor diezelfde zorg niet (volledig) door de zorgverzekeraar wordt betaald.