The return of the Hoofdbehandelaar?
Regionaal Tuchtcollege ‘s-Hertogenbosch, 27 november 2024
Een nabestaande dient een klacht in tegen een chirurg die de hoofdbehandelaar was van zijn overleden echtgenote. Het verwijt is dat de chirurg tot twee keer toe de uitslag van een CT-scan met een verdenking op een tumorrecidief niet met de patiënte heeft gedeeld.
Het staat volgens het RTG vast dat de conclusie van de eerste CT-scan niet meteen met de patiënte en haar familie is besproken. Deze omissie is een ernstige fout ten nadele van de patiënte. De vraag is evenwel, of dit de chirurg als hoofdbehandelaar kan worden verweten. Het RTG oordeelt van niet. De chirurg was op de dag dat de uitslag van de eerste CT-scan bekend was niet bij de zorg van de patiënte betrokken: hij was die dag niet werkzaam in het ziekenhuis, hij had de CT-scan niet aangevraagd en hij was niet aanwezig bij het bekijken en de (eventuele) bespreking van de beelden in het dagelijkse supervisieoverleg.
Vervolgens geeft het RTG een relevante overweging wat betreft de taak en verantwoordelijkheid van de hoofdbehandelaar:
“Het feit dat verweerder de hoofdbehandelaar was, heeft naar het oordeel van het college niet tot gevolg dat verweerder alle informatie die tijdens zijn afwezigheid over een patiënt is vergaard (achteraf) tot zich moet nemen. De zorg is zo georganiseerd dat tijdens de afwezigheid van de hoofdbehandelaar, die ook elders werkt en ook dagen niet werkt, er andere zorgverleners zijn die de patiënt zien, monitoren, beslissingen nemen om onderzoeken aan te vragen, indien nodig ingrijpen en de patiënt bespreken in het dagelijkse supervisie overleg. Deze verschillende zorgverleners, waaronder altijd een supervisor (lees: collega-chirurg), hebben elk een eigen inhoudelijke verantwoordelijkheid jegens de patiënt. Zij hebben contact met elkaar en bespreken dagelijks het toestandsbeeld van de patiënte om het verdere beleid te bepalen. Zo werden in de afwezigheid van de hoofdbehandelaar CT-scans aangevraagd en besproken vanwege de lekkage. Het achteraf, na afwezigheid van de hoofdbehandelaar, bestuderen van alle in de tussentijd geproduceerde informatie is in de praktijk onmogelijk. Omdat de medische situatie van een patiënt kan wijzigen, kijken de zorgverleners naar de meest actuele situatie en informatie.”
Wat betreft de uitslag van de tweede CT-scan wordt de chirurg op zijn vrije (vrij-)dag – voor hem – voor het eerst over de verdenking van het tumor recidief geïnformeerd. De chirurg besluit bewust de uitslag daarvan de komende maandag zelf met de patiënte en haar familie te bespreken omdat hij dit niet wilde overlaten aan een minder betrokken (jonge) (zaal)arts. Voor de behandeling zou dit ook geen consequenties hebben, omdat de tumorrecidief niet meer kon worden behandeld. Het RTG is van oordeel dat de weloverwogen, bewuste keuze van de chirurg niet kan worden gekwalificeerd als onzorgvuldig handelen. De klacht wordt op alle onderdelen als ongegrond afgewezen.
Deze uitspraak geeft een belangrijke nuancering van de taak en verantwoordelijkheid van een regiebehandelaar. In mijn blog de regiebehandelaar q.q. bij de tuchtrechter is de maatstaf beschreven die de tuchtrechter in dit soort zaken hanteert. Het is opmerkelijk dat het RTG in deze uitspraak nog spreekt over ‘hoofdbehandelaar’, terwijl het Centraal Tuchtcollege deze term begin 2021 al heeft vervangen door het begrip ‘regiebehandelaar’. Van een regiebehandelaar wordt een helikopterview verwacht. Dat betekent echter niet dat een regiebehandelaar helderziende moet zijn en (risico)aansprakelijk is voor zaken die zich buiten zijn gezichtsveld hebben afgespeeld, terwijl de continuïteit van zorg goed is georganiseerd. Uitgangspunt blijft, zoals het RTG in deze uitspraak ook benadrukt, dat zorgverleners alleen tuchtrechtelijk verantwoordelijk zijn voor hun eigen handelen (of nalaten). Wie geen vertrouwen in anderen stelt, zal ook nimmer het vertrouwen van anderen winnen (Lao-Tse).