Home Wetsvoorstel affectieschade

Wetsvoorstel affectieschade

Op 10 april 2018 stemde de Eerste Kamer unaniem in met het wetsvoorstel affectieschade. Het wetsvoorstel maakt de vergoeding van affectieschade mogelijk. Nabestaanden van overleden slachtoffers en naasten van slachtoffers met ernstig en blijvend letsel als gevolg van een ongeval, medische fout of misdrijf krijgen recht op een immateriële schadevergoeding. Hiermee wordt tegemoet gekomen aan de behoefte van nabestaanden en naasten aan aandacht voor de emotionele gevolgen van een ongeval.

Nederlandse aansprakelijkheidsrecht
Bijzonder aan het wetsvoorstel is dat daarmee het uitgangspunt in het Nederlandse aansprakelijkheidsrecht wordt doorbroken dat bij letsel waarvoor een ander aansprakelijk is, alleen de gekwetste zelf aanspraak heeft op vergoeding van zijn materiële en immateriële schade. Derden kunnen op dit moment alleen vergoeding krijgen voor schade die bestaat uit kosten die derden hebben gemaakt ten behoeve van het slachtoffer en die de gekwestste zelf had kunnen vorderen, indien hij deze kosten zelf had gemaakt (‘verplaatste schade’).

Systeem
Een vergoeding van affectieschade komt te liggen tussen de 12.500 en 20.000 euro, te betalen door de aansprakelijke aan de nabestaande en naaste. Het systeem varieert het schadebedrag naar gelang de aard van het leed en de relatie van nabestaanden en naasten met het slachtoffer. In de wet en lagere regelgeving wordt vastgelegd welke nabestaanden en naasten gerechtigd zijn tot welke vaste bedragen. Het doel hiervan is om discussies en procedures te voorkomen.

Discussie niet over
De vraag is in hoeverre dit doel zal worden behaald. Het geïntroduceerde systeem is bij nadere beschouwing op sommige punten niet zo duidelijk, waarbij veel ruimte voor discussie is. Zo bevat de wet een ‘open’ omschrijving wie onder ‘naaste’ moet worden verstaan. Dat is niet alleen (bijvoorbeeld) de ouder of het kind van de gekwetste, maar ook ieder ‘andere persoon die in zodanige nauwe persoonlijke relatie tot de gekwetste staat, dat uit de eisen van redelijkheid en billijkheid voortvloeit dat hij […] als naaste wordt aangemerkt.’
Ook is niet helemaal duidelijk wanneer van ‘ernstig en blijvend letsel’ moet worden gesproken. Bij de totstandkoming van de wet heeft de Minister van Veiligheid en Justitie gezegd dat hiervan ‘in ieder geval’ sprake zal zijn bij een blijvende functiestoornis van 70% of meer. Indien dit percentage niet wordt gehaald, kan volgens de minister de combinatie met andere situaties er niettemin voor zorgen dat sprake is van ernstig en blijvend letsel. Bijvoorbeeld bij ernstige karakter- en gedragsveranderingen. Op deze punten zullen ongetwijfeld discussies ontstaan.

Geen uitzondering zorgsector
Bij de behandeling van het wetsvoorstel door de Eerste Kamer was onder andere nog aandacht gevraagd voor de positie van zorgsector. De vergoeding van affectieschade zou de verzekerbaarheid van medische beroepsaansprakelijkheid niet ten goede komen. Een uitzondering voor de zorgsector achtte de Minister van Rechtsbescherming echter niet passend. Voor de naasten van gekwetsten zou rechtsongelijkheid ontstaan. Of het letsel of overlijden nu is veroorzaakt door een fout van arts of door een fout van een verkeersdeelnemer, doet volgens de minister niet af aan het verdriet dat dit letsel of overlijden meebrengt voor naasten.

Inwerkingtreding
Het wetsvoorstel treedt in werking per 1 januari 2019. Alleen bij schadegevallen na die datum kan een beroep op de nieuwe wet worden gedaan.

Nieuwsbrief

Altijd up to date?

Blijf op de hoogte van de laatste ontwikkelingen. Schrijf je in!

Scroll naar boven